maandag 10 februari 2014

Boekverslag 2 klas 6 (stromingsboek): Kaas - Willem Elsschot

10-02-2014
Boekverslag 2 (stromingsboek), Marc de Mik 6B
 
Algemene informatie

Standaardtitelbeschrijving

Titel: Kaas

Auteur: Willem Elsschot

Uitgave: Wolters-Noordhoff, Groningen 1969

Druk: 1933

Pagina’s: 112

 Genre

Novelle

 Samenvatting

Het boek begint met een inleiding, waarin Elsschot uitvoerig ingaat op de manier waarop een verhaal opgebouwd moet zijn, om spanning te verkrijgen. Hij sluit deze inleiding af met de tekst: 'In de kunst mag niet geprobeerd worden'.

In het eerste hoofdstuk leert de lezer Frans Laarmans kennen. Hij komt dronken thuis en ontvangt het bericht dat zijn moeder overleden is. Op haar begrafenis ontmoet hij een vriend van zijn broer, mijnheer Van Schoonbeke. Deze nodigt hem uit om een kaasimportfirma op te richten, waar hij dan als alleenvertegenwoordiger kan functioneren. Hij meldt zich voor vier maanden ziek bij zijn kantoor door zijn broer een doktersverklaring te laten maken.

Hij heeft echter veel moeite met de nieuwe kringen waarin hij zich begeeft. Ook heeft hij geen idee wat zakendoen inhoudt. Hij stelt een aantal agenten aan om de verkoop te doen. Tijdens het opstarten van de firma is hij met de meest onbelangrijke dingen bezig, zoals het zoeken naar een bureau en een tweedehands typemachine. Dit terwijl de kaas in grote hoeveelheden aangevoerd wordt. Alles wordt tot in detail verzorgd, maar de bestellingen blijven uit. Wel wordt hij tot vicevoorzitter van de Association Professionelle des Négociants en Fromage benoemd. Hij blijkt zeer succesvol in deze functie, maar wil liever kaas verkopen. Boorman adviseert hem op het gebied van zakendoen. Laarmans schijnt echter iets tegen kaas te hebben, hij zich er niet toe verzetten, een kaaswinkel te betreden. Afgezien van een paar kazen die hij tegen inkoopprijs aan kennissen kwijtraakt, verkoopt hij niets. Zijn zoon Jan is wel in staat een kist met kaas te verkopen. Aan het eind van het verhaal ligt er nog twintigduizend kilo kaas in de opslagruimte en keert hij terug naar zijn kantoorbaan.

 

 Verwerkingsvragen

a.      Noteer puntsgewijs de kenmerken van je stroming. Wees zo volledig mogelijk.

Het boek behoort tot de Nieuwe Zakelijkheid. De kenmerken hiervan zijn:

1. Weinig bijvoeglijke naamwoorden.

2. Reportagestijl: korte zinsbouw, filmische overgangen, een strak prozaritme en wisselende, direct naast elkaar geplaatste beelden.

3. Moderne, technische, commerciële, politieke of sociale stof – ook veel aandacht voor zakenleven, stad en maatschappij.

4. Zakelijke weergave van feiten en handelingen (objectiviteit).

5. Functionaliteit (geen versieringen).

6. Weinig plaats voor gevoel en emotie.

 

b.      Licht de kenmerken die je bij a. genoemd hebt toe met voorbeelden uit de tekst, situaties uit de tekst, fragmenten of citaten.

Eigenlijk zijn alle hierboven genoemde punten wel van toepassing op het boek ‘Kaas’ van Willem Elsschot. Zo beperkt Elsschot zich zeer in het gebruik van bijvoeglijke naamwoorden. Van allerlei poespas en versieringen om het verhaal heen wordt eigenlijk nauwelijks gebruik gemaakt. Een voorbeeld hiervan: ‘’Na een tijdlang in een wachtkamer gezeten te hebben met een delegatie van brouwers, verscheen een bode, die met luide stem de Association Professionelle des Négociants en Fromage opriep en ons voorging tot in het kabinet van een heer de Lovendegem de Pottelsberghe, de directeur-generaal van het Departement, die ons, na een hoofse begroeting, vijf stoelen aanwees die voor het zijn bureau stonden.’’ (p. 79) Dit is een goed voorbeeld van functionaliteit. De enige bijvoeglijke naamwoorden die genoemd worden zijn noodzakelijk voor de betekenis. ‘Een hoofse begroeting’ is bijv. noodzakelijk om aan te geven dat ze niet allerhartelijkst begroet werden. Voor de rest is het droog en functioneel. Menig ander schrijver in een andere stroming zou een gedetailleerde beschrijving hebben gegeven van het kabinet van de directeur-generaal en van de wachtkamer. Dit alles heeft Elsschot niet gedaan.

Ook de reportagestijl is in dit boek duidelijk aanwezig. Een voorbeeld hiervan luidt: ‘’Het is hier ongelooflijk rustig. Af en toe valt een druppel uit een kale boom. Hoed af. Minuut stilte. Ik kan gerust zijn.’’ (p.103) Hier staat gewoon wat er feitelijk gebeurd, er worden geen verklaringen gegeven en er wordt tevens geen uitgebreide situatieschets gegeven. Het zijn korte zinnen, als in een reportage. Hierin is ook het belang van objectiviteit duidelijk. Er worden geen suggestieve opmerkingen gemaakt en tevens laat de schrijver niet op enigerlei wijze een mening doorschemeren.

De hoofpersoon lijkt emoties te hebben afgeschaft; er wordt in ieder geval geen ruchtbaarheid aan gegeven. Toen zijn moeder net was overleden, bleef hij koud en emotieloos: ‘’Ik wist niet wat te zeggen. Vragen hoe het met moeder was, dat ging niet, want iedereen wist dat nu de kabels losgegooid werden. Huilen zou het beste zijn geweest, maar hoe begonnen? Ineens zo maar een snik geven? Of mijn zakdoek nemen en mijn ogen doppen, nat of niet nat?’’ (p.19-20) Dit citaat spreekt uiteraard voor zich. Er wordt zeer weinig plaats vrijgemaakt voor emotie.

Tot slot komt ook de stof waarover geschreven wordt in de Nieuwe Zakelijkheid overeen met ‘Kaas’. Er is veel aandacht voor de stad, de maatschappij en, heel belangrijk, het zakenleven. Eigenlijk draait dit boek om het zakenleven, dat uiteindelijk op een fiasco blijkt uit te draaien. Ook de maatschappij komt aan bod, met haar sociale klassen. Zo begeeft de hoofdpersoon zich, door zijn vriend Van Schoonbeke, regelmatig in het milieu van de welgestelden van de samenleving. Ook deze aspecten zijn dus zeer kenmerkend voor de Nieuwe Zakelijkheid.

 c.       Leg uit welke mate het door jou gekozen boek een exponent is van de betreffende stroming.
Mijns inziens is dit boek hét voorbeeld van de Nieuwe Zakelijkheid. Alle kenmerken die ik heb genoemd van de stroming heb ik duidelijk in dit boek kunnen terugvinden. Het is allemaal erg ‘droog’, zonder veel aandacht voor versieringen van de tekst. Een Romantische schrijver zou zich waarschijnlijk omdraaien in zijn graf. Dit zorgt er wel voor dat het boek vlot leest. Daarnaast spelen emoties een zeer ondergeschikte rol. Ik kan er lang of kort over zijn, maar uiteindelijk komt het er dus op neer dat dit boek perfect in het tijdbeeld (en daarmee de stroming) past.
 

 
Bronnen
Powerpoint Literatuurgeschiedenis

Marc de Mik
6B