maandag 29 oktober 2012

Boekverslag 1 klas 5: De kroongetuige - Maarten 't Hart

29-10-2012
Boekverslag 1, Marc de Mik 5B

Leesverslag algemeen
 
Algemene informatie

Standaardtitelbeschrijving

·         Titel: De kroongetuige

·         Auteur: Maarten ’t Hart

·         Uitgave: Wolters Noordhoff ‘Penta Pocket’, Groningen 2000

·         Druk: 1983

·         Pagina’s: 207 (223 incl. bijlage)


Genre
Misdaadroman (’t Hart zelf noemt het een huwelijksroman)

Samenvatting
Leonie en Thomas Kuyper hebben een kinderloos huwelijk. Vooral Leonie lijdt daaronder. Eind juli logeert ze een week bij haar moeder om een beroemde gynaecoloog uit haar geboortestad te consulteren. In die week gaat Thomas veel uit met Jenny Fortuyn, een meisje uit de bibliotheek met wie hij daarvoor al kennis gemaakt had. Na hun laatste avond verdwijnt zij spoorloos. Kuyper krijgt op het laboratorium (hij doet daar dierproeven) bezoek van de inspecteurs Lambert en meuldijk. Later komt Lambert ook bij hem thuis. De aanwijzingen van Kuypers betrokkenheid stapelen zich op en het politieonderzoek eindigt met zijn arrestatie. Men vermoedt, dat hij Jenny gedood heeft en door de ratten heeft laten opeten.

In een brief bekent Thomas aan Leonie zijn verliefdheid op het meisje; hij zegt dat hij vooral onder de indruk was van haar spiegelbeeld. Hij vertelt, dat hij op haar kamer boven de bibliotheek ook haar vriend Robert ontmoet hij naar Amerika vertrok. Leonie, die overtuigd is van Thomas' onschuld, veronderstelt in een antwoordbrief, dat Jenny met Robert is meegegaan.

In een dagboek noteert Leonie haar wedervaren sinds Thomas' arrestatie. Ze wil bewijzen, dat haar man niets met de moord te maken heeft, en gaat daartoe zelf op onderzoek uit. Daarbij wordt ze voortdurend gepijnigd door de gedachte, dat Thomas wellicht met Jenny naar bed geweest. Ze kan dat nauwelijks accepteren. Ze bezoekt de man die tegenover het laboratorium woont en die beweert, dat Thomas en Jenny die nacht samen naar binnen zijn gegaan en dat hij alleen naar buiten gekomen is. Ze komt in aanraking met Jenny' s vriendin, die vertelt, dat Jenny met iedereen vrijde op wie ze maar een beetje viel. Echt dol was ze echter op Robert. Met Thomas was ze zeker niet naar bed geweest, maar ze wilde wel iets van hem; ze kon hem ergens voor gebruiken. Leonie ontdekt tijdens dit bezoek aan de vriendin ook dat inspecteur lambert Jenny al gekend moet hebben voor het onderzoek naar haar verdwijning begon. Hierna heeft ze een gesprek met de oude buurvrouw van Robert en diens vrouw, die volhoudt, dat het sneeuwde, toen de twee vertrokken. Tijdens een gesprek met Lambert - hij deelt haar mee, dat de kleren van Jenny in het laboratorium teruggevonden zijn - moet ze opeens denken aan een filmpje dat Thomas vroeger met zijn jaargenoten gemaakt heeft: 'moord in het museum'. Naar aanleiding daarvan gaat ze de volgende dag in het laboratorium op onderzoek uit. In een grote pot waarin twee zeekoeien - dieren die een wonderlijke gelijkenis met mensen vertonen - op alcohol worden bewaard, bevindt zich ook het lichaam van de vrouw. Leonie moet nu wel aannemen, dat Thomas schuldig is. Tijdens het proces blijkt het getuigenis van de kroongetuige - de man tegenover het laboratorium - op niets te berusten. Thomas wordt een paar weken later dan ook vrijgesproken.

Eenmaal thuis hoort hij van Leonie over de vrouw in de pot. Hij bezweert haar, dat ze zich vergist moet hebben. Dat blijkt niet zo te zijn, maar het lichaam is niet van Jenny, maar van de vrouw van Robert. Robert en Jenny hebben haar omgebracht en haar lijk tussen de zeekoeien verborgen. Daarna zijn ze waarschijnlijk samen naar Amerika vertrokken. Aan het eind van de roman zijn veel raadsels opgelost: Thomas' voortdurend zwijgt, Lamberts betrokkenheid bij Jenny, de 'sneeuw' is augustus, datgene waar Jenny Thomas voor nodig had. Toch is niet ieder detail tot klaarheid gekomen. Op het psychologische vlak blijven er genoeg raadsels over om van een min of meer open einde te kunnen spreken.

 
Verwachtingen

Toen ik een boek ging uitzoeken voor dit boekverslag, viel mijn oog op een gegeven moment op dit boek. Ik herkende de titel en kende de schrijver. Er stond mij op een één of andere manier iets bij van het verhaal, hoewel ik het nog niet eerder gelezen heb. Na de achterkant van het boek te hebben gelezen, wist ik het weer. In de derde klas stond in de methode van Nederlands  een fragment uit dit boek. Ik herinnerde me dat ik dit een spannend fragment vond en ook wel wilde weten hoe het af zou lopen. Nu had ik eindelijk de kans om het eens echt te gaan lezen, dus vandaar mijn keuze voor dit boek. Mijn verwachtingen waren door dat ene fragment in de derde klas natuurlijk al wel beïnvloed. Ik verwachtte dus een tamelijk spannend boek dat als een trein zou lezen; die verwachting werd versterkt door het verhaaltje op de achterzijde van het boek, waar een spannende situatie wordt geschetst die eindigt met een vraag waar je als ‘aanstaand lezer’ graag een antwoord zou willen weten. Al deze factoren hebben dus bijgedragen aan de keuze en mijn verwachtingen van dit boek.

 
Motieven en thema

Ik ga niet verzwijgen dat deze vraag voor mij erg makkelijk is. Dat komt niet doordat ik het boek zó goed heb gelezen dat ik in een keer alle motieven en het thema eruit pik, maar doordat dit een ‘Penta Pocket’ is. ‘Penta Pockets’ is een literaire reeks voor scholieren en om de scholieren blijkbaar wat hulp te bieden bij het lezen van het boek, is achterin een aantal pagina’s opgenomen waar het boek besproken wordt. ‘De kroongetuige, in kort bestek’ staat erboven. Daarin staan allerlei dingen die uitleg geven over het boek, zoals de titelverklaring, opbouw, vertelsituatie, personages, thema, motieven enz. Deze kan ik dus eigenlijk gewoon overnemen uit het boek zelf. Aangezien ik er toch weer niet zo makkelijk van af wil komen, zal ik bij de genoemde motieven kort proberen uit te leggen waarom dit een motief is (deze uitleg staat er natuurlijk in het boek niet bij).

 Motieven

-        Kinderloosheid → Het is van beide hoofdpersonen (Leonie en Thomas Kuyper) om kinderen te hebben. Leonie kan echter geen kinderen krijgen en daar wordt gedurende het hele boek op teruggekomen.

-          Moord → Dit motief lijkt me duidelijk. De hele zaak draait om de verdwijning van Jenny Fortuyn, waarvan in eerste instantie wordt verondersteld dat ze vermoord is. Uiteindelijk blijkt dat niet zo te zijn, maar is wel de vrouw van Jenny’s nieuwe liefde (Robert) vermoord.

-          Trouw Ook dit is een belangrijk motief, aangezien er vaak in het boek over wordt gesproken. Zo is Thomas natuurlijk niet trouw aan Leonie door er een soort affaire met Jenny aan over te houden. Leonie blijft in eerste instantie, na zijn arrestatie, Thomas wel trouw; ze gaat zelfs op onderzoek uit om Thomas proberen vrij te pleiten. Ze gelooft in zijn onschuld.

-          Liefde Ook dit motief behoeft niet veel verdere uitleg. De liefde tussen Jenny en Thomas (ook al kun je niet echt spreken van ‘liefde’, het komt immers slechts van één kant), maar ook die tussen Leonie en Thomas staat centraal.

-          Het spiegelbeeld Thomas schrijft als hij in hechtenis zit aan Leonie brieven, waarin hij onder andere uitlegt hoe zijn ‘relatie’ met Jenny tot stand is gekomen. Hij schrijft dat hij haar altijd zag zitten in de weerspiegeling van het raam in de bibliotheek. Later zag hij haar ook nog eens in de weerspiegeling van het water. Hij schrijft dat hij niet zozeer op Jenny zelf verliefd is geworden, maar wel op haar spiegelbeeld. Leonie gelooft hier echter niet zoveel van.

-          Muziek Muziek is vooral voor Leonie erg belangrijk. Ze luistert graag naar Schumann. Thomas vindt Schumann echter helemaal niets en luistert bijvoorbeeld liever naar Verdi. Hier wordt meerdere malen in het boek over gesproken.

-          Het geloof Dit motief vind ik persoonlijk iets minder sterk, maar het speelt toch wel een steeds terugkerende rol in het boek. Thomas is volstrekt ongelovig, maar Leonie is echter christelijk opgevoed en af en toe zoekt ze nog wel eens haar toevlucht in het geloof. Zo ook op de laatste pagina, waar ze nog even een gebedje schiet.

-          Filosofie (Nietzsche) Thomas is nogal geobsedeerd door de filosoof Nietzsche. Meerdere malen worden er in het boek uitgespraken van deze filosoof aangehaald.

Thema
Het huwelijk tussen Thomas en Leonie; er wordt gekeken hoe het huwelijk de verhouding tussen mensen bepaalt.

 
Beoordeling

Schrijfstijl
De schrijfstijl in dit boek is vlot en dus niet al te ingewikkeld. Er vinden relatief veel dialogen plaats, die bijna allemaal gaan over de verdwijning van Jenny Fortuyn. Verder worden er wel gedachten beschreven, maar niet zo veel, en ingewikkeld, als in sommige andere boeken die ik gelezen heb. Er wordt wel weer wat meer aan sfeerbeschrijving gedaan, vooral over planten (en dieren). Dit heeft een logische verklaring: Maarten ’t Hart heeft zelf biologie gestudeerd en weet dus veel over planten en dieren. Hij deelt in sommige stukken graag zijn kennis daarover mee aan de lezer. Een citaat ter illustratie: ‘Alles staat er onverlept bij; inplaats van een gazon strekt zich Leonie’s trots, een blauwe vlakte van ereprijs, uit en naast het al jaren niet meer gebruikte kolenhok bloeit een kornoelje, en tegen de achterschutting woekert de braam, en vlak daarvoor verrijst de cotoneaster en de dubbele Japanse kers. In de border is de sering allang uitgebloeid en heeft eens een blauwe regen gestaan, en inplaats daarvan staat er een bescheiden theeroos, een lichtzinnige aankoop.’ (pagina 45). Deze delen vond ik wat minder interessant, maar ik vond het ook wel weer leuk om te lezen hoe de auteur zijn kennis hierover aan de lezer probeert over te brengen. Het taalgebruik is niet al te lastig en een enorm vocabulaire is dus niet vereist.

 
Inhoud
Vertelperspectief
Het vertelperspectief is in handen van zowel Leonie als Thomas. Er zijn vijf hoofdstukken in totaal. Het eerste hoofdstuk wordt verteld door Thomas, terwijl de laatste twee worden verteld door Leonie. Hoofdstuk drie wordt ook beschreven vanuit het perspectief van Leonie, maar dat komt doordat het haar dagboekverhalen zijn. Hoofdstuk 2 is een briefwisseling tussen Leonie en Thomas. Ik ben positief over de keuze van de vertelperspectieven. Doordat je het eerste hoofdstuk door de ogen van Thomas ziet, geloof je vrijwel direct dat Thomas niets met de verdwijning van Jenny te maken heeft. In de hoofdstukken daarna, veelal verteld door Leonie, begin je weer te twijfelen aan Thomas’ onschuld. We komen zo pas later te weten dat Thomas niet alles heeft verteld over Jenny’s verdwijning. Hij is Jenny bijvoorbeeld achterna gerend, terwijl hij daar in ‘zijn’ hoofdstuk geen woord over rept. Juist deze dingen doen je weer twijfelen over Thomas’ onschuld en dat houdt het spannend.

Ruimte
Het laboratorium waar Thomas werkt, lijkt in het begin allemaal vredig en wel. Na de verdwijning van Jenny is juist deze plaats, een ietwat spannende en mysterieuze plek. De proeven met de ratten bijvoorbeeld, waarbij Lambert eerst insinueert dat Thomas Jenny heeft omgebracht en daarna aan de ratten heeft gevoerd. Deze locatie, een element van ruimte, neemt op deze manier iets gruwelijks met zich mee. Nog gruwelijker wordt het op het moment dat tussen de zeekoeien een vrouw blijkt te drijven. Deze situaties zouden alleen hebben kunnen plaatsvinden in (een soort) laboratorium. De locatie vergroot dus de spanning en dat vind ik erg goed gedaan. Juist dát enigszins gruwelijke geeft een enorm spannend effect aan het verhaal, waardoor je geïntrigeerd raakt en het boek nog sneller uit wilt hebben.

 

Eindoordeel

 

 
 
 

 
Zoals in mijn oordeelbalk te zien is, ben ik zeker positief gestemd over dit boek. Het las als een trein en ik ben mijn aandacht praktisch niet verloren. De spanningsopbouw vond ik erg goed, net als het verhaal, het plot.

 Laat ik beginnen met de spanningsopbouw. Dit boek is een misdaadroman en je mag er dus vanuit gaan dat er een misdaad wordt gepleegd die opgelost dient te worden. Het is dus logisch dat je gaandeweg het boek stukje bij beetje meer informatie krijgt over de dader/motief. Aan het eind vindt dan de onthulling plaats en is het boek uit. Ook dit boek verloopt volgens deze lijnen, maar toch is er een originele draai aan gegeven; het verhaal wordt namelijk uit meerdere perspectieven verteld. Dit maakt het nog spannender, omdat je niet weet wie de exacte waarheid vertelt. De zoektocht van Leonie naar de verdwijning van Jenny was ook spannend om te lezen, omdat je, zoals al eerder gezegd, steeds meer een beeld krijgt van wat er nu precies gebeurd is. Voor mij, en ik denk zeker ook vele anderen met mij, is het absolute ‘spanningshoogtepunt’ het moment waarop Leonie tussen de zeekoeien een vrouw ziet drijven, van wie ze denkt dat het Jenny is. Maarten ’t Hart beschrijft dat als volgt in zijn boek: ‘Bij de laatste naam weet ik dat ik bij de zeekoeachtigen ben aangekomen. Het liefst zou ik nu teruggaan. Maar dat doe ik niet; al wat mij nog rest aan moed heb ik nodig om elke pot met zeekoeien afzonderlijk te bestuderen. Het lijkt net of in al die potten mensen in de troebele alcohol drijven. Eén van de troebele potten in een donkere hoek bevat drie zeekoeien. De derde zeekoe is niet goed te zien, hij wordt afgeschermd door zijn twee soortgenoten die broederlijk naast elkaar in de alcohol hangen. Toch kun je er iets van zien, iets dat zo weinig lijkt op een mens en zoveel op een zeekoe, vooral ook dankzij die bruine troebele alcohol, dat niemand ooit op het idee zal komen om achter die twee zeekoeien te kijken.’ (pagina 133-134). Deze passage lees je in één adem uit, zo spannend is het. Kleine details als ‘in een donkere hoek’ en ‘het lijkt net of er mensen in de troebele alcohol drijven’ geven een goede, spannende sfeerbeschrijving. Over de spanning(sopbouw) in het boek ben ik dus wel lovend.

Ook het verhaal zelf, het plot vind ik erg knap verzonnen. Het hele verhaal rondom de verdwijning van Jenny en uiteindelijk het dode lichaam in de alcohol is niet zomaar iets dat je uit je mouw schudt. Over alle informatie die de lezer krijgt is nagedacht, wat krijgt de lezer wel te lezen en wat niet. En ook is het belangrijk wanneer de kennis over de zaak aan de lezer wordt medegedeeld. Het verzinnen van een verhaal is immers één, maar het bepalen wanneer de lezer bepaalde informatie krijgt is een hele andere zaak, een vak op zich, waarvan ik vind dat de auteur het erg goed heeft gedaan. Je moet dus eerst je verhaal bedenken en dat vervolgens in stukjes hakken. Die stukjes moet je weer aanpassen aan het moment en de situatie. Je moet over zoveel dingen nadenken en daar kan ik alleen maar respect voor hebben. Als voorbeeld geef ik een citaat waarin de verdeling van de informatie goed naar voren komt, en waar ook te zien is dat de auteur goed heeft nagedacht over het moment om deze informatie te vertellen: ‘En schuin daarachter zag ik iets dat nog veel verbazingwekkender was: daar stond een kopje waarin precies dezelfde wonderlijke configuratie van theebladeren en groen opgedroogde thee te zien was als in dat enige kopje dat Lambert bij ons thuis had gedronken.’ (pagina 99). Je komt hier te weten dat Lambert, de rechercheur, al contact met Jenny had, voordat ze verdwenen was. Deze ontdekking van Leonie geeft weer een heel andere wending aan het verhaal, daar de rechercheur persoonlijk betrokken blijkt te zijn. Al die clous zijn zo verdeeld over het verhaal dat de spanning volledig wordt teruggebracht, als die weer een beetje begint weg te zakken. Hierbij speelt dus ook weer het onderdeel spanning, waar ik het net al uitgebreid over gehad heb, een grote rol.

 Dat mijn verwachtingen eigenlijk wel overeenkomen met mijn mening over dit boek, komt vooral doordat ik juist het gedeelte van de vrouw in de alcohol in klas drie al gelezen had. Het spanningshoogtepunt, zoals ik dat eerder noemde, had ik dus nog ergens in mijn achterhoofd (ook al wist ik er voordat ik ging lezen er niets meer van). Op het onderdeel spanning is mijn verwachting dus uitgekomen; ik vond het boek erg spannend. Ook de reactie die ik daarop als gevolg gaf, dat het boek als een trein zou lezen, is ook uitgekomen. Doordat mijn verwachtingen dus al een beetje beïnvloed waren, komen ze wel overeen met mijn mening over het boek.

 Al met al vond ik het dus een erg leuk en spannend boek om te lezen. Voor iedereen die houdt van detectives/misdaadromans kan ik dit boek zeker aanbevelen!

 
Bronnen

Ik heb eigenlijk alleen bronnen gebruikt voor het gedeelte ‘algemene informatie’. Bij de rest was het niet echt van toepassing. De aantekening moet nogmaals gemaakt worden dat achterin het boek een soort bespreking van het boek is opgenomen, wat als bron zou kunnen worden beschouwd. Ik heb echter, en ik hoop dat dat u ook duidelijk is, er veel aan gedaan om het daaruit niet letterlijk over te nemen, maar er enige toelichting bij te geven, zodat het toch een soort ‘eigen’ is. Deze informatie heb ik overigens alleen gebruikt voor het onderdeel ‘motieven en thema’. De overige bronnen die ik gebruikt heb, zijn:

http://www.scholieren.com/boekverslag/42513 (voor de samenvatting) http://www.lezenvoordelijst.nl/zoek-een-boek/nederlands-15-tm-19-jaar/d/de-kroongetuige/ (voor het genre)

Marc de Mik
5B




 

 

 

dinsdag 29 mei 2012

Boekverslag 3 klas 4: Het gouden ei - Tim Krabbé

29-05-2012
Boekverslag 3, Marc de Mik 4C

Beknopte verhaalanalyse en beoordeling

Beknopte verhaalanalyse en beoordeling
Titel: Het gouden ei
Auteur: Tim Krabbé
Verschijningsjaar: 1984
Subject
Uitwerking
Inhoud
Rex en Saskia gaan samen op vakantie in Frankrijk. Op een benzinestation verdwijnt Saskia opeens, nadat ze naar de servicewinkel is geweest om daar wat drinken te kopen en naar de wc te gaan. Na Saskia’s vermissing wordt er de hele situatie gereconstrueerd, maar dit levert niets op. Na acht jaar wordt het voor Rex eindelijk duidelijk wat er met Saskia is gebeurd; hij wordt opgehaald door haar moordenaar en tevens levend begraven.
Thema (hoofdonderwerp in abstractie)
-       De verdwijning van Saskia
-       Onzekerheid en eenzaamheid
-       Opgesloten zitten (en er niet meer uit kunnen)
Motieven (herhalende onderwerpen die gezamenlijk tot het hoofdonderwerp leiden)
-       Liefde
-       Vakantie
-       Benzinestation
-       Droom over het gouden ei
Personen
-       Rex Hofman is de vriend van Saskia. Na de vermissing van Saskia voelt Rex zich alleen en onzeker. Hij is een medewerker van een populair wetenschappelijk tijdschrift. In het boek doet hij veel gedachtenspelletjes. Hij vindt het heel erg dat hij niet weet wat er met Saskia is gebeurd; hij is liever dood dan dat hij zijn hele leven met deze vraag blijft lopen. Lieneke is zijn nieuwe vriendin, maar Saskia blijft altijd tussen hen in staan.
-       Raymond Lemorne is de ontvoerder en moordenaar van Saskia. Er is één hoofdstuk gewijd aan zijn gedachten, d.w.z. dat hij in dat hoofdstuk de ik-figuur is. Hij is een Fransman, is getrouwd, heeft twee dochters en is scheikundeleraar. Hij wordt nogal in beslag genomen door de gedachte dat hij dingen zou kunnen doen die je normaal niet doet. Deze gedachten brengt hij ook vaak ten uitvoer. Zo springt hij een keer van een flat en schiet hij zonder pardon en schuldgevoel twee kampeerders dood. Hij is ontzettend doelgericht en bereid zijn misdaad ook tot in detail voor: uiteindelijk wordt Saskia (en later Rex) het slachtoffer van zijn vreselijke plan.
-       Saskia Ehlvest is de vriendin van Rex. Ze is negen jaar jonger, maar dat staat hun relatie niet in de weg. Zij is degene die het slachtoffer wordt van Lemornes gruwelijke praktijken. Ze is erg ijdel en claustrofobisch. Dat komt bijvoorbeeld tot uiting in haar droom over het gouden ei (zie ‘titelverklaring’). Lieneke speelt niet zo’n belangrijke rol in het boek. De enige ‘functie’ die ze vervuld, is dat ze de (nieuwe) vriendin van Rex is. Rex hoopt eindelijk weer in staat te zijn om van iemand te houden, maar na zijn nachtmerrie over het gouden ei beseft hij dat Saskia altijd tussen het in zal blijven staan.
Historische tijd en ruimte
Eén periode:
-       1977 – 1985

Twee plaatsen:
-       Nederland; Amsterdam
-       Frankrijk; meerdere plaatsen, voornamelijk bij het TOTAL-tankstation waar Saskia ontvoerd wordt
Titelverklaring
Onderschrift
De titel ‘het gouden ei’ heeft betrekking op de nachtmerrie die Saskia een keer had toen ze klein was. Ze zit dan in een ei opgesloten in het heelal en het ei kan alleen vernietigd worden als het tegen een ander gouden ei aanbotst, waarvan er nog één in het heelal vloog.
Het boek heeft geen ondertitel.
Verteller (perspectief)
Er wordt in dit boek niet in de ik-figuur verteld. Er is een auctoriale vertelinstantie. In hoofdstuk 1, 2 en 4 wordt alles beschreven met Rex als focalisator. In hoofdstuk 3 is dat Raymond Lemorne. Hoofdstuk 5 wordt verteld vanuit het perspectief van Lieneke.
Genre
Misdaadroman / Psychologische roman
Spanning
In dit boek zit veel spanning. Vooral in de volgende stukken:
-       Bij de ontvoering van Saskia bij het TOTAL-tankstation. Je wilt weten wat er met haar gebeurd is.
-       Bij  het deel dat wordt verteld door de moordenaar; Raymond Lemorne. Het is spannend om te lezen hoe hij stap voor stap zijn plan verder uitwerkt tot hij uiteindelijk Saskia ontvoerd.
-       Als Lemorne Rex vraagt om in zijn auto te gaan zitten. Hij geeft hem een keuze: of hij krijgt te horen wat er precies gebeurd is en dan moet hij hetzelfde ondergaan, of hij mag gaan en hij krijgt de waarheid nooit meer te horen. Hij kiest voor het eerste. Het is dan ook erg spannend als je merkt dat hij wakker wordt en in een doodskist blijkt te liggen.
Stijl
Het boek is niet erg ingewikkeld en doorgaans goed te begrijpen. Het leest erg vlot doordat er veel spanning in zit.
Waardering in recensies
Erg lovend. Een voorbeeld:
-       "Een boek van het genre "fantastische vertellingen", want de Ik en hij-figuren lopen in elkaar over in het boek en de tijd loopt soms achteruit".
-       "Een fascinerend verhaal: argumenten hiervoor zijn een goede opbouw van de spanning, uitstekend beschreven, goed getimede informatie en virtuoze tempowisselingen".
-       "Een realistisch verhaal, want alledaagse taferelen brengen het verhaal steeds terug in de werkelijkheid"
Persoonlijke waardering
Ik vond het spannend, boeiend en het heeft eigenlijk wel het hele boek mijn aandacht vastgehouden. Ik geef het een 8.5


Persoonlijke mening

‘Het gouden ei’
Tim Krabbé

Ik vond ‘het gouden ei’ een spannend boek. Daardoor heb ik het snel uitgelezen en heb ik me geen moment verveeld. Ik vond het onderwerp, de ontvoering/moord, wel interessant. Ik heb nog niet zoveel boeken over dit onderwerp gelezen en dat maakte het alleen maar interessanter. Dit boek heeft daardoor ook zeker een positief effect op mij: ik ben erachter gekomen dat dit genre (dit soort boeken) mij erg aanspreekt. In de toekomst zal ik dus bij het lezen van een boek sneller een boek met dit genre uit de kast pakken dan met een ander genre.

De gebeurtenissen in het boek vond ik veelal erg spannend. De belangrijkste gebeurtenis, de ontvoering van Saskia, is erg spannend. Om deze gebeurtenis draait het hele boek. Daarnaast vinden er natuurlijk nog een aantal andere gebeurtenissen plaats, die ook erg spannend zijn. Ik neem als voorbeeld het hoofdstuk dat verteld wordt door Saskia’s moordenaar: Raymond Lemorne. Hier krijg je een kijkje in de gedachtenwereld van de moordenaar. Ook beschrijft hij een aantal gebeurtenissen; hij redt bijvoorbeeld een kind uit het water, maar een ongeveer een jaar later schiet hij zonder pardon twee Duitse kampeerders neer. Het is dus wel duidelijk dat de gebeurtenissen en gevoelens of gedachten van de personages elkaar afwisselen. De ene keer wordt alleen de gebeurtenis beschreven, even later wordt weer verteld hoe de hoofdpersoon zich voelt (bijv. na de verdwijning van Saskia). Ook, zoals ik net heb verteld, worden er veel gedachten/gevoelens beschreven in het hoofdstuk dat wordt verteld door Raymond Lemorne. Dat is erg interessant om te lezen. Ook de afloop van het boek (open einde) is erg spannend om te lezen. Je blijft met een aantal vragen zitten: ‘wat gebeurt er verder met Lemorne?’ en ‘komt de buitenwereld erachter wat er met Rex en Saskia is gebeurd?’

Over de personen ben ik ook wel positief. Ik vond ze zeker levensecht. Sommige personages waren echter wel wat moeilijker inleefbaar. In Rex kun je je over het algemeen goed inleven. Je voelt met hem mee als hij verdriet heeft over de verdwijning van Saskia. In Raymond Lemorne kun je je echter veel minder goed inleven. Ik begrijp niet dat je zomaar mensen kunt doden e.d. Dat gedrag is dus zeker niet herkenbaar. Verder had ik aan het eind van het boek niet zo gehandeld als Rex deed. Hij koos ervoor om te sterven, als hij maar wist wat er precies met Saskia gebeurd was. Deze keuze had ik waarschijnlijk niet gemaakt.

Zoals in de beknopte verhaalanalyse al vermeld staat, vind ik dat het boek vlot verteld is, waardoor het als een trein leest. Het is ook erg spannend, wat daar ook voor zorgt. Er is in dit boek wel wat ‘speels’ gedaan met de tijd. Hoofdstuk 1 vormt wel de basis; de verdwijning van Saskia. Hoofdstuk 2 daarentegen speelt zich echter een aantal jaar daarna af. In dit hoofdstuk wordt beschreven dat Rex samen met Lieneke op vakantie is aan de Middellandse Zee. Hoofdstuk 3 beschrijft het doen en laten van Raymond Lemorne. Chronologisch gezien zou dit hoofdstuk dus aan het begin hebben moeten staan. Er wordt immers verteld hoe hij het plan heeft voorbereid e.d. Hoofdstuk 4 en 5 spelen zich weer een aantal jaar na de verdwijning af. Het boek is dus niet in chronologische volgorde geschreven.

De woordkeuze en de zinsbouw vond ik niet al te lastig. Er was goed doorheen te komen en dat maakt het natuurlijk alleen maar fijner. Af en toe kwamen er wel wat moeilijke woorden en Franse termen in voor, maar uit de context kon je toch vaak wel afleiden wat het was. De zinnen waren over het algemeen niet erg lang, zodat het duidelijk en overzichtelijk blijft. Ook de gebeurtenissen vond ik erg goed en uitgebreid beschreven, zodat je er goed een beeld bij kunt vormen. Zo worden de gebeurtenissen rondom de voorbereiding op de misdaad van Lemorne erg gedetailleerd beschreven. Ook de dialogen waren natuurlijk weergegeven en daar zou ik ook niets aan veranderen.

Al met al moge het duidelijk zijn dat dit boek me erg aansprak. Ik had het snel uit en het heeft me geen moment verveeld. Een aanrader dus!

Marc de Mik
4C



dinsdag 24 april 2012

Verwerkingsoprdacht Cursus 2 klas 4: 3 - Literatuur

24-04-2012
Verwerkingsopdracht Cursus 2, Marc de Mik 4C

Ik heb gekozen voor verwerkingsopdracht 3 van cursus 2; literatuur.

Omschrijving van de opdracht:
In Een schitterend gebrek is gekozen voor een ik-verteller die ook als focalisator optreedt. Herschrijf in maximaal 400 woorden de gebeurtenissen in het anatomisch theater met de professor als verteller en focalisator.

Uitvoering van de opdracht:
Hieronder volgt dus het verhaal Een schitterend gebrek van Arthur Japin met de professor als verteller en focalisator.

Een schitterend gebrek
'Het was een zonnige dinsdagmiddag, kwart over vier, toen ik in de verte een interessant persoon zag lopen. Het was een jonge vrouw wiens huid volledig onder de pokken zat. Gezien het feit dat mijn fysionomiestudenten wel weer eens behoefte hadden aan een praktijkles, besloot ik de dame aan te spreken. ''Goedendag mejuffrouw.'' Ze stond stil, enigszins verbijsterd, en groette terug. ''Wel, het zit zo'', begon ik, waarna ik haar begon te vertellen hoe de vork in de steel zat. Toen ik haar aanbood om haar voor de zaak te betalen, zwichtte ze en stemde in. Ik bracht haar naar het anatomisch theater en liet haar in de bijruimte omkleden. Daarna liet ik haar op een kruk in het midden van het theater plaatsnemen en begon ik mijn studenten les te geven. De vrouw was een ideaal voorbeeld van een pokkenpatiënt; ik was dan ook enigszins trots toen mijn studenten hun al eerder opgedane kennis aan de hand van de vrouw konden expliqueren. Ik gaf wat extra toelichting in het Latijn, wat ik in eerste instantie voor haar vertaalde, toen ze tot ieders verbijstering zei dat ze voldoende van de verhandelingen opving om die zonder vertaling te begrijpen. Enfin, ik vroeg haar enkele bewegingen te maken, die haar inderdaad moeite leken te kosten. Ik legde mijn studenten uit hoe dit kwam, maar velen van hen konden mij dit reeds vertellen. Na een uur was de les afgelopen, betaalde ik de vrouw in kwestie en vertelde haar dat ze vrij was om te gaan. Ik wees haar een aangrenzende zaal, waar ze zich kon omkleden. Eenmaal uit haar nabijheid voelde ik een ontzettende neiging tot geslachtsgemeenschap, iets wat ik de laatste paar weken niet meer had gehad. Ik liep de zaal binnen en zag hoe ze snel met haar rok haar naaktheid probeerde te bedekken. ''Welnee'', zei ik, ''ik ben immers chirurgijn. Daarvoor hoeft u u toch zeker niet te schamen?'' Omdat ik mij een beetje schaamde voor mijn gedachten, bracht ik haar een tinctuur. ''Het verzacht het trekken van je littekens en maakt je huid weer soepeler'', zei ik. Ze bedankte me en toen ik haar nogmaals in haar volle naaktheid aanschouwde, kon ik me niet meer bedwingen. Ik liet wat vloeistof in mijn handpalm lopen en mengde het met olie. Ik begon het bij haar in te wrijven. Mijn handen dwaalden toen af naar allerlei plekken, maar de vrouw gaf geen krimp. Ik nam haar staand. Het voelde goed. Na een poosje besefte ik dat het wel genoeg was geweest en snelde ik weg, een vlugge 'tot ziens' achterlatend. Toch wel enigszins beschaamd verliet ik het theater, op weg naar huis.'

Marc de Mik
4C

maandag 23 april 2012

Verwerkingsopdracht Cursus 1 klas 4: 1 - Economie: de verpakking is alles?

23-04-2012
Verwerkingsopdracht Cursus 1, Marc de Mik 4C

Ik heb gekozen voor verwerkingsopdracht 1 van cursus 1; economie.

Omschrijving van de opdracht:
Bekijk de omslagen van de boeken die tot nu toe in deze module zijn gebruikt. Bestudeer de omslagen aandachtig: kleuren, afbeeldingen, lettertype enzovoort. Leg uit wat je van de boekomslagen vindt. Welke verwachtingen roepen ze op? Welke omslag spreekt je het meest aan? Is dat vanuit verkooptechnisch oogpunt ook het beste omslag? Gebruik minimaal 250 woorden.

Uitvoering van de opdracht:
Het lijkt mij het handigst om per boek na te gaan wat ik van de omslag vind e.d. Aan het eind zal ik dan een algemene conclusie en mijn mening daarover geven. Het betreft in deze opdracht de omslagen van de volgende zeven boeken:
- Red ons, Maria Montanelli - Herman Koch
- Vast - Ton Anbeek
- Joe Speedboot - Tommy Wieringa
- Het moest maar eens gaan sneeuwen - Tjitske Jansen
- De zonnewijzer - Maarten 't Hart
- Een hart van steen - Renate Dorrestein
- Het diner - Herman Koch

Red ons, Maria Montanelli - Herman Koch
De omslag is apart, maar hij spreekt mij wel aan. De schoenen op de voorkant staan wellicht voor de hoofdpersoon uit het boek, die heel goed met ballen kan gooien. Het zouden dus zijn sportschoenen kunnen zijn. Al met al dus een simpele omslag, die toch wel nieuwsgierig maakt.

Vast - Ton Anbeek

Deze omslag spreekt mij een stuk minder aan, waardoor ik het boek minder snel zou gaan lezen. Ik vind het wat saai, maar ook wat donker, wat deprimerend. De letters stellen gevangenissen voor, wat natuurlijk betrekking heeft op het boek; de hoofdpersoon leeft in een gesloten inrichting van een gevangenis. Deze omslag vind ik dus een stuk minder aantrekkelijk dan de vorige.

Joe Speedboot - Tommy Wieringa

Aan deze omslag kan ik geen touw vast knopen. Ik weet niet waar dit betrekking op heeft uit het verhaal (de jongens bouwen immers een vliegtuig en de hoofdpersoon zit in een rolstoel), dus over de betekenis van deze omslag ga ik geen uitspraak doen. Mijn mening staat daar natuurlijk helemaal los van. Maar eerlijk gezegd weet ik ook niet zo goed wat ik van deze omslag moet vinden. Ik vind hem beter/aantrekkelijker dan die van het vorige boek, maar ik krijg nou niet spontaan enorme zin om dit boek te gaan lezen. 'Hij kan er mee door' zal ik maar zeggen.

Het moest maar eens gaan sneeuwen - Tjitske Jansen                                                                     
















Dit is eigenlijk geen boek, maar een gedichtenbundel. Het is daarom moeilijk om een link te leggen met de kaft, aangezien er allerlei verschillende gedichten in staan. Het enige aanknopingspunt, de titel, komt natuurlijk niet overeen met wat je ziet. Ook hier is de betekenis van de kaft dus moeilijk te achterhalen. Mijn mening: ik vind het er wel grappig uit zien, wat eerder neigt tot lezen dan een saaie eentonige kaft. Al met al vind ik dit dus wel een leuke en grappige omslag.

De zonnewijzer - Maarten 't Hart

Dit vind ik wel een interessante omslag. Ik weet dat Maarten 't Hart nogal begaan is met de natuur en dat hij zelfs biologie heeft gestudeerd. Dat verklaart misschien de omslag. Verder zie ik niet echt een link met het boek, maar ik heb een gevoel dat er wel een achterliggende gedachte is. Deze omslag spreekt mij ook wel aan. Hij heeft een sterk kleurencontrast, wat het boek enigszins doet opvallen. Ja, dit boek zal ik eerder uit de kast pakken dan een aantal bovengenoemde.

Een hart van steen - Renate Dorrestein

Deze omslag vind ik weer wat saaier dan de vorige, maar deze gaat nog wel. De link is niet zo moeilijk te leggen: je ziet kindervoeten en in het boek spelen kinderen (en het pasgeboren baby'tje) een belangrijke rol. Het boek is immers geschreven uit het perspectief van een van de kinderen. Je kunt dus wel verwachten dat kinderen een rol spelen in dit boek. Deze omslag is weer wat donkerder, wat mij weer wat minder aanspreekt.

Het diner - Herman Koch

De link met de titel en de inhoud is ook hier niet zo moeilijk te leggen. Het gaat immers over een diner en er is een bord afgebeeld. Deze omslag vind ik wel leuk en grappig, mede doordat hij qua verschillende aspecten hetzelfde is als het eerste boek van deze zeven (red ons, Maria Montanelli). Het lettertype en de fel blauwe achtergrondkleur komen overeen. Eveneens als het eerste boek spreekt ook deze, enigszins grappige, omslag mij wel aan.

Algemeen oordeel:
Er zaten bij deze boeken omslagen bij die mij wel en niet aanspraken. Ik heb door deze opdracht wel een duidelijker beeld gekregen van wat een omslag met je als lezer doet. Uiteindelijk vind ik de twee omslagen van de boeken van Herman Koch toch het mooist/leukst. Bij het zien van deze omslagen krijg ik meer neiging om ze te gaan lezen dan bij sommige andere, zoals 'Vast' van Ton Anbeek. Even vanuit het verkooptechnische oogpunt: als de potentiële kopers hetzelfde naar de boeken en hun omslagen kijken als ik, denk ik dat deze omslag een goede zet is. Ze zijn wat vrolijker, anders dan de anderen. Ook de gedichtenbundel 'Het moest maar eens gaan sneeuwen' van Tjitske Jansen hoort wel in dit rijtje thuis.

Marc de Mik
4C

maandag 27 februari 2012

Boekverslag 2 klas 4: Hersenschimmen - Bernlef

27-02-2012
Boekverslag 2, Marc de Mik 4C


Beknopte verhaalanalyse en beoordeling

Beknopte verhaalanalyse en beoordeling
Titel: Hersenschimmen
Auteur: Bernlef
Verschijningsjaar: 1984
Subject
Uitwerking
Inhoud
Dit boek beschrijft het voortschrijdende dementeringsproces van de hoofdpersoon Maarten Klein. Langzaam maar zeker verliest Maarten zijn greep op de werkelijkheid. Hij kan heden en verleden niet meer goed onderscheiden, wil plotseling weer gaan werken en ziet zijn echtgenote voor een vreemde aan.
Thema (hoofdonderwerp in abstractie)
-          Ouderdom
-          Dementie
Motieven (herhalende onderwerpen die gezamenlijk tot het hoofdonderwerp leiden)
-          Winter
-          Tweede Wereldoorlog
-          Feiten
-          Taal
Personen
-          Maarten Klein is de hoofdpersoon van het boek en vanuit zijn perspectief wordt het verhaal verteld. Maarten is zwaar aan het dementeren en vergeet allerlei alledaagse dingen.
-          Vera Klein is de vrouw van Maarten Klein. Ze is zorgzaam, maar ook erg ongerust, omdat ze ziet dat haar man langzaam maar zeker aan het aftakelen is.
-          Fred en Kitty zijn de kinderen van Maarten en Vera Klein. Ze komen in het boek niet in de gedaante van een persoon aan bod, maar er wordt wel, vooral door Maarten, over ze gesproken. Fred en Kitty wonen nog gewoon in Nederland.
-          Dokter Eardly is de dokter die Maarten behandelt, nadat Vera Klein naar hem toe is gegaan om raad te vragen en hem de symptomen van haar man heeft voorgelegd.
-          Phil Taylor is de vrouw die Vera komt helpen met de verzorging van Maarten. Ze woont bij het echtpaar in en helpt Maarten en Vera waar het kan.
-          Ellen Robbins is de vriendin van Vera aan wie in het boek niet zoveel aandacht geschonken wordt. Vera bespreekt echter veel met haar, vooral over de zorgelijke toestand van haar man.
Historische tijd en ruimte
Eén periode:
-          Rond 1980 (het heden)
Eén plaats:
-          Gloucester; een stadje in de VS nabij Boston
Titelverklaring
Onderschrift
De titel ‘Hersenschimmen’ slaat natuurlijk op de dementie van Maarten Klein. Hij gaat zich dingen inbeelden die er niet zijn. Het duidt dus op vage bewustzijnstoestanden en illusies, oftewel hersenschimmen.
Het boek heeft geen ondertitel.
Verteller (perspectief)
Het verhaal wordt verteld vanuit het perspectief van de dementerende Maarten Klein. Maarten Klein staat dus gelijk aan de ‘ik’ in het boek.
Genre
Psychologische Roman
Spanning
Van spanning is in dit boek niet echt sprake. Het is een rustig boek, zonder veel actie e.d. Je wilt wel weten hoe het afloopt, maar spannend vond ik het niet echt. Het was denk ik ook niet het doel van de schrijver om een spannend boek te schrijven. Als ik toch een spannend stuk moet kiezen, kies ik voor het moment dat ze Maarten komen ophalen om hem naar een tehuis te brengen. Je wilt weten wat er precies gaat gebeuren en hoe het nu verdergaat.
Stijl
Aan het begin van het boek is het allemaal duidelijk te volgen. Het is dus redelijk vlot verteld en niet erg langdradig. Het einde daarentegen is veel moeilijker te volgen, doordat er korte, soms halve zinnen staan; gedachten van de hoofdpersoon. Al met al was het boek goed te begrijpen en las het niet zo moeilijk.
Waardering in recensies
Ik heb twee recensies gelezen en deze waren beide erg positief.
Persoonlijke waardering
Ik vond het een mooi en emotioneel boek dat me wel enigszins heeft ontroerd. Ik geef het een 8.3.



Persoonlijke mening
‘Hersenschimmen’
Bernlef


Ik vond ‘Hersenschimmen’ een mooi, emotioneel en ontroerend boek. Het onderwerp heeft mij zeker erg aangesproken. Ik vond het erg mooi om te lezen hoe de hoofdpersoon, Maarten Klein, allerlei dingen gaat vergeten. Het begint onschuldig (bijv. niet meer weten welke dag het is), maar aan het eind weet Maarten bijna niets meer (hij weet bijv. niet meer wie zijn vrouw is). Maar ik denk dat er nog een andere reden is waarom dit boek mij zo aansprak. Mijn oma lijdt namelijk ook aan Alzheimer (dementieziekte) en dat is voor mij natuurlijk juist ‘herkenbaar’. Niet zozeer in de zin van dat ik weet hoe het gaat in het hoofd van een dementerend persoon, maar meer hoe zo’n persoon zich gedraagt. Ik heb bij het lezen dus meerdere malen nagedacht of het bij mijn oma ook zo is gegaan, maar dat zullen we nooit weten. Ik denk dus dat dit het lezen van dit boek nog interessanter maakte.

In dit boek draait het voornamelijk om één ding: de gevoelens en gedachten van de hoofdpersoon. Gebeurtenissen zijn in het boek veel minder van belang en veel gebeurtenissen zijn er dan ook niet. De gebeurtenissen die er zijn, zijn wel aardig om te lezen. Zo ‘breekt’ Maarten op een gegeven moment in een vakantiehuisje in, omdat hij denkt dat hij daar straks een vergadering van zijn werk heeft. Dit soort dingen zijn natuurlijk mooi, maar toch ook ontroerend om te lezen. De gedachten staan echter voorop in het boek. Vooral helemaal aan het eind van het verhaal, wanneer Maarten bijna alle besef van tijd, ruimte en personen kwijt is. De zinnen zijn kort en bestaan vaak uit niet meer dan een paar woorden. In deze fase zijn de gebeurtenissen dus eigenlijk volledig vervangen door gedachten en gevoelens. De gebeurtenissen die er wel waren, riepen, zoals ik al eerder heb gezegd, wel mooie gevoelens bij mij op. Je weet als lezer dat Maarten aan het dementeren is, en eigenlijk weet hij dat zelf ook wel, maar hij geeft zich er niet helemaal aan over. Het is dan ook leuk om te lezen hoe hij zaken voortdurend relativeert en zijn vergeetachtigheid soms ontkent.

De personen zijn zeker levensecht en ook goed inleefbaar. Je leeft natuurlijk enorm mee met Maarten Klein die langzaam aan zijn ziekte ten onder gaat, maar ook met Vera Klein, Maartens echtgenoot, leef je mee. Je voelt haar machteloosheid en besluiteloosheid. Ze zit vaak met de handen in het haar, maar zorgt toch met zeer veel liefde voor haar man. Ze zal hem nooit laten vallen. Het is dus wel duidelijk dat ik me in de personen makkelijk kon inleven. Ik heb net gezegd dat de personen zeker levensecht zijn. Eigenlijk weet ik dat natuurlijk helemaal niet. Ik weet niet hoe het is om te dementeren. Misschien gaat dat proces in het hoofd van een dementerend persoon wel heel anders. Dat zullen we natuurlijk nooit weten, maar ik denk dat de schrijver het uiterst goed heeft beschreven.

Herinneringen. In het boek zitten aardig wat verhalen over het verleden van de hoofdpersoon. Dit maakt het echter niet vervelend om te lezen, integendeel. Het is juist interessant om te zien hoe iemand die alledaagse dingen vergeet, verhalen uit zijn/haar verleden nog heel gedetailleerd kan vertellen. Zo vertelt Maarten over Parijs en over zijn (oude) baan. Ook beschrijft hij verhalen van zijn collega’s en kinderen. Het is echter wel zo, dat Maarten deze verhalen alleen aan het begin van het boek kan vertellen. Naar mate het dementeringsproces vordert, weet hij steeds minder te vertellen en aan het eind kan hij zichzelf en zijn vrouw niet eens meer op een foto herkennen. Over de leesbaarheid van het boek ben ik verdeeld. Het grootste gedeelte vond ik niet erg moeilijk en vlot lezen. De laatste paar pagina’s vond ik echter wat langdradig en bij dat gedeelte ben ik mijn aandacht dan ook grotendeels kwijtgeraakt. Dat komt mede door de wat vreemde zinnen die erin staan. Ik begrijp dat de schrijver duidelijk wil maken hoe het aan het eind van zijn dementeringsproces er aan toe gaat, maar ik vond het iets te langdradig. Maar op de laatste paar pagina’s na, vond ik het boek goed te lezen.

Over het taalgebruik heb ik niet zo heel veel te zeggen. Het was niet al te moeilijk, maar zeker niet gemakkelijk. Dat klopt ook wel met het niveau waarin dit boek thuishoort; niveau 3. De dialogen vond ik wel erg mooi, maar daar heb ik het in dit verslag al eerder over gehad. Ook de gebeurtenissen vond ik goed (en natuurlijk mooi) omschreven, zodat ik me er een goede voorstelling van kon maken. Ik zag het soms helemaal voor me. Overigens is taal wel een van de motieven van dit boek. De hoofdpersoon is vaak met taal bezig en ook voor het onderwerp is taal van belang. Zo zie je, naar mate het dementeringsproces vordert, ook het ‘correcte taalgebruik’ minder worden. Aan het eind zijn er, zoals eerder gezegd, eigenlijk alleen nog maar losse woorden en korte zinnetjes.

Al met al vond ik het dus een mooi boek om te lezen, en ik zal dit boek zeker niemand afraden. Het boek heeft eigenlijk bijna de hele tijd (m.u.v. het laatste deel) mijn aandacht vastgehouden, en dat is natuurlijk een goed teken!

Marc de Mik
4C